Pianoparels 2

vendredi 16 septembre 2022

Het ‘Duo Calvadoré’ bestaat uit de Nederlandse saxofonist Arno Bornkamp en de Vlaamse pianist Jan Lust. Zij hebben elkaar ontmoet tijdens de projecten van het in Brugge zetelende orkest ‘Anima Eterna’. Zij herkenden een muzikale en artsitiek-inhoudelijke bevlogenheid bij elkaar en besloten te gaan samenwerken als duo. Het ‘Horta-project’ is de eerste vrucht van deze samenwerking.

Programma

-Claude Debussy (1862-1918) -Prélude à l’Après-midi d’un Faune voor sopraansaxofoon en piano (arr. Samazeuilh/Bornkamp)

-Joseph Ryelandt (1870-1965) -Sonatine opus 28 voor sopraansaxofoon (oorspr. hobo) en piano (1899)
1. Allegretto
2. Aria
3. Rondo

-Joseph Jongen (1873—1953) -Méditation opus 21 voor saxofoon (of althobo) en piano (1901), opgedragen aan Joseph Ryelandt

-Piet Swerts (1960) -Horta Suite (2018) voor altsaxofoon en piano geïnspireerd op Victor Horta’s Hotel van Eetvelde in Brussel
1. Theme
2. Marguerite - berceuse
3. Julia Carlsson
4. Final

-Cesar Franck (1822-1890) -Sonate voor altsaxofoon (oorspr. viool) en piano (1886), opgedragen aan Eugène Ysaye (arr. Bornkamp)
1. Allegretto ben moderato
2. Allegro
3. Recitativo-Fantasia, ben moderato
4. Allegretto poco mosso

Horta-project

De Vlaamse architect Victor Horta (1861-1947), die wordt beschouwd als de bezieler van de Brusselse Art Nouveau, heeft veel tot de verbeelding sprekende gebouwen nagelaten.

Het Duo Calvadoré een recital-programma gebouwd rond de figuur Horta. Een centrale plaats in het programma wordt ingenomen door een nieuw werk van Piet Swerts. Het Duo Calvadoré heeft aan deze gerenommeerde Vlaamse componist de opdracht gegeven een Suite voor altsaxofoon en piano te componeren geïnspireerd op een van de uniekste gebouwen van Horta, het ‘Hôtel van Eetvelde’ uit 1895. Deze ‘Horta-Suite’ beschrijft eigenlijk als het ware een rondgang door dit prachtige gebouw in Brussel en ademt ook de sfeer van het ‘Fin de Siècle’ van de 19e eeuw.

Alle in dit programma vertegenwoordigde componisten hebben geleefd tijdens dat Fin de Siècle. Het recital wordt geopend door Prélude à l’Après-midi d’un Faune van de Franse componist Claude Debussy. In 1892 bracht hij met dit orkestwerk met de fluit in de hoofdrol een revolutie teweeg in de muziekgeschiedenis door de manier, waarop hij tonaliteit, modaliteit en atonaliteit met elkaar in verband bracht en daarmee de weg naar de 20e eeuwse muziek opende. Debussy’s vertrouweling Georges Samazeuilh maakte hiervan een versie voor fluit en piano, die weer diende als inspiratiebron voor Bornkamp’s versie voor sopraansaxofoon en piano.

Alle andere werken van dit recital zijn geschreven door componisten, die geboren op wat we nu als Belgisch grondgebied beschouwen. Allereerst zal klinken de oorspronkelijk voor hobo geschreven ‘Sonatine’ voor sopraansaxofoon en piano van Joseph Ryelandt (afkomstig uit Brugge) en vervolgens de ‘Méditation’ van de in Luik geboren Joseph Jongen: die schreef dit werk oorspronkelijk voor althobo en piano, maar voorzag het van een autorisatie voor altsaxofoon. Bornkamp zal het werk uitvoeren op de zeldzame ‘mezzosopraansaxofoon’, die evenals de althobo in F is gestemd is en qua klank daarmee grote gelijkenis vertoont. Jongen heeft zijn Méditation aan Ryelandt opgedragen: zij waren goede vrienden van elkaar.

De eveneens in Luik geboren Cesar Franck was één van de grote muzikale architecten van het einde van de 19e eeuw. Zijn ‘Sonate voor viool en piano’ in Bornkamp’s transcriptie voor altsaxofoon en piano vormt het majestueuze slot van dit recital. Franck componeerde het werk in 1886 als huwelijksgeschenk aan de vermaarde Belgische violist Eugène Ysaÿe. Mede door zijn cyclische vorm staat deze compositie bekend als een muziek-architecturaal meesterwerk.