Jan Lust speelt in Weer-Klank, Pianoparels, een initiatief van Rotary Oudenaarde - YouTube.
Jan
Lust begon zijn muziekstudies aan de academie van Oudenaarde bij Walter Van
Hyfte. Daarna studeerde hij bij Alan
Weiss aan het Lemmensinstituut onder wiens leiding hij met grote onderscheiding
eerst de Meestergraad piano en later ook het Specialisatiediploma piano verwierf. Hij behaalde tegelijk ook een Meestergraad
Kamermuziek met grootste onderscheiding en bekwaamde zich in Liedbegeleiding
bij Werner Van Mechelen.
Hierna
specialiseerde hij zich als beursstudent nog een jaar aan de Rubin Academy of
Music in Tel Aviv (Israël) bij Victor Derevianko.
Op
meestercursussen in binnen- en buitenland werkte hij samen met o.a. E.
Picht-Axenfeld en A. Lubimov.
Hij
speelde als solist, chambrist en liedbegeleider concerten in België, Nederland,
Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk, Frankrijk, Israël, Litouwen, Ierland,
Nigeria, Roemenië en Kroatië.
Hij
is de vaste pianist bij het kamermuziekensemble Grupetto (www.grupetto.be) en in het
trio Ka-dans met klarinettiste Evy Van Dongen en violist Jo Vercruysse. Sinds kort vormt hij met de Nederlandse
topsaxofonist Arno Bornkamp het Duo Calvadoré.
Als
orkestpianist en celestaspeler was hij reeds actief bij het Symfonieorkest
Vlaanderen, het Kamerorkest, Prima La Musica en Anima Eterna.
In
Velzeke is hij de vaste organist in het klooster van de Grauwzusters-Penitenten,
waar hij in een schitterend barokkader een zeer mooi 18deeeuws
Vlaams orgel bespeelt.
Aan
de muziekacademies van Zottegem en Oosterzele is hij verbonden als leraar
piano, instrumentaal ensemble en begeleidingspraktijk, waarbij hij zich
bijzonder inzet om jonge talenten de kans te geven zo veel mogelijk op te
treden. Hij is sedert 2017 ook
hoofdvakdocent piano aan de Kunsthumaniora Brussel.
In
2015 startte hij met een Doctoraat in de Kunsten aan LUCA School of Arts te
Leuven, rond de 19deeeuwse pianotranscripties van orgelmuziek van
Bach in de tradities van Liszt en Busoni, genaamd ‘Bach+’. In dat kader nam hij de dubbel-cd ‘Transcriptions’
op die in het najaar 2018 bij het label Et’cetera verscheen. Naast zijn eigen doctoraatsonderzoek is hij
aan LUCA ook aangesteld als thesispromotor.
Voor
meer info kunt u terecht op www.janlust.be.
De
piano kan gezien worden als de belichaming van de ontwikkelingen in de 19de
eeuw, zowel op sociaal, economisch als industrieel vlak. De groeiende en steeds rijker wordende
middenklasse stimuleerde immers de pianobouwers om meer en betere piano’s te
bouwen; parallel daarmee verliep de ontwikkeling van de muziekdrukkunst, de
technische vooruitgang van de productiemethodes en de verbeteringen op het
gebied van transport. De samenwerking
tussen pianobouwers en pianovirtuozen zoals Chopin met Pleyel, of Liszt met
Erard, zorgde bovendien voor een ongeziene groei in de technische en artistieke
mogelijkheden van de piano.
Transcripties van allerlei soorten muziek voor piano, in alle mogelijke
moeilijkheidsgraden, werden naarstig geschreven, uitgegeven, gekocht en
gespeeld.
Het
doel van veel van die transcripties was vaak meervoudig: enerzijds om onbekende
(in het geval van Bach) of zeer populaire muziek (in het geval van Strauss) tot
in de huiskamer te brengen, en anderzijds de pianistiek-artistieke
inventiviteit van de transcribent zelf te demonstreren. Vaak ook werd op die wijze een hommage
gebracht aan een collega die men zeer bewonderde.
Marcello-Bach - ‘Adagio’
Ook
Bach zelf transcribeerde naarstig: om zelf een stuk te bezitten, of een
bepaalde stijl te leren kennen, was er immers toen geen andere optie dan over
te schrijven, zoals in dit geval Alessandro Marcello.
Bach-Tausig-Lust
- ‘Toccata en Fuga, BWV 565’
Bach
componeerde rond 1702 zijn Toccata en Fuga in de Noord Duitse Stylus
Phantasticus, een vrije en virtuoze stijl vol bravoure. Doordat er maar één kopie uit de 18de
eeuw en een paar uit de 19de eeuw van waren, was dit stuk nagenoeg
onbekend tot Mendelssohn het in Leipzig terugvond, uitvoerde en 1833 te Londen
liet uitgeven. Het was een overdonderend
succes; toch werd deze compositie bij het grote publiek pas echt populair door
de pianotranscriptie van Carl Tausig, een volbloed virtuoos die door zijn
leermeester Liszt ‘het grootste pianotalent ooit’ genoemd werd. Pianist Arthur Schnabel klaagde zelfs in 1924
“Er lijkt geen pianorecital meer te kunnen beginnen zonder Tausigs Toccata…”.
Bach-Siloti
- ‘Prelude in bm’
Alexander
Siloti, eveneens leerling van Liszt en neef van Rachmaninov, transcribeerde dan
weer zeer vrij een prelude van Bach voor zijn dochter Kyrianna.
Wagner-Liszt
- ‘Isoldes Liebestod’
Franz
Liszt zelf leverde een waar meesterstuk af door de laatste scène uit ‘Tristan
und Isolde’ van schoonzoon Richard Wagner te transcriberen; de volledige
orkestpartij en de zang zitten noot voor noot in deze transcriptie vervat.
Saint-Saëns-Godowsky
- ‘Le Cygne’
Leopold
Godowsky transcribeerde op zijn geheel eigen en onnavolgbare wijze ‘Le Cygne’
uit het ‘Carnaval des Animaux’ van Camille Saint-Saëns. Vermoedelijk was dat een bedankje voor de
uitgebreide coaching die de jonge Godowsky als 16-jarige van Sain-Saëns
gekregen had.
Strauss-Grünfeld
- ‘Soirée de Vienne’
De
laatste transcriptie is een pot-pourri van thema’s van Johann Strauss uit o.a.
‘Die Fledermaus’, door de Keizerlijke hofpianist Alfred Grünfeld, een in zijn
tijd zeer gewaardeerde pianist. Met de
Weense lichtheid van deze heerlijke walsen, wens ik jullie allen veel
luisterplezier bij het ontdekken van deze onterecht vergeten pianoparels.